Stefan Cools (NL, º1981)

The Butterfly House of Stefan Cools:

Sinds twee jaar richt Stefan Cools zich volledig op vlinders onder de naam ‘The Butterfly House of Stefan Cools’. Zijn werk heeft een kunstzinnige, wetenschappelijke en een publieke kant. Het kunstzinnige gedeelte van de ‘Butterfly House of Stefan Cools’ speelt zich af in diverse galeries en musea middels tentoonstellingen, events en presentaties. Voor het wetenschappelijke deel van het project is hij recent een samenwerking aangegaan met Science programma van Maastricht University, welke wetenschappelijk onderzoek gaat doen naar het transformatieproces van vlinders waarbij het kunstenaarsperspectief van Stefan het uitgangspunt vormt. Voor de publieke kant van het project werkt hij samen met culturele instellingen, scholen en festivals. Dit zijn educatieve projecten, rondleidingen en lezingen gericht op meer inzicht te krijgen in het leven van de vlinder.

In 2013 kwam Stefan Cools voor het eerst in aanraking met meconium tijdens een presentatie bij De Ridder in Maastricht. In de gemaakte installatie hing een vlinderpop aan een tak gesponnen. Het viel de kunstenaar op dat er bij het ontpoppen van de vlinder een stof vrijkwam, met in dit geval een dieprode kleur. Het bleek meconium te zijn. Een maand later stuitte Stefan Cools opnieuw op het papiertje waarop de meconium was gedruppeld. Het feit dat de kleur nog niet veranderd was intrigeerde hem dermate dat het de basis vormde van zijn huidige onderzoek.

Momenteel richt Stefan Cools zich op het onderscheiden van verschillende kleuren meconium bij verschillende soorten vlinders. Het meconium van distelvlinders (Vanessa cardui), een vlindersoort waarmee de kunstenaar veel werkt, is bijvoorbeeld rood van kleur. Recent heeft hij een tweede kleur ontdekt, okergeel, afkomstig van de Gamma-uil (Autographa gamma). Deze variatie in kleur tussen verschillende vlindersoorten vormt een interessant vertrekpunt voor volgende vraagstukken, zoals het mogelijke verband met de waardplanten die zij consumeren en de invloed die dit kan hebben op de kleur van hun meconium. Een andere belangrijke vraag is op welke manier de transformatieprocessen beïnvloed kunnen worden om tot andere kleuren en kleurnuances te komen, zonder schadelijke gevolgen voor de vlinders. In feite wordt er een ‘samenwerking’ met de vlinders aangegaan.

Stefan heeft in de in de binnenruimtes van de Verbeke Foundation een installatie gerealiseerd. De komende jaren blijft deze vlinderkas een vaste uitvalbasis voor onderzoek en reflectie. Doordat de juiste omstandigheden zijn gerealiseerd blijft de cyclus zichzelf in stand houden.

“De inheemse vlinders die ik kweek, of beter gezegd waarvoor ik de omstandigheden zo gunstig mogelijk maak voor een zo optimaal mogelijke voortplanting, bestaan meestal uit de distelvlinder en de dagpauwoog.

De vlinders die uitkomen worden enerzijds voor educatie gebruikt en anderzijds ingezet bij kunstprojecten. Nadien worden ze uitgezet en dragen ze bij aan de verbetering van de vlinderstand.”